ECLI:NL:CBB:2021:660
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Schorsing chauffeurskaart en verzoek voorlopige voorziening
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 29 juni 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. W.M.L. van Koningsveld, had zijn chauffeurskaart geschorst zien worden door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Na het indienen van een verzoek tot schorsing van het primaire besluit, heeft de minister op 2 april 2021 het primaire besluit herroepen. Verzoeker trok vervolgens zijn verzoek om een voorlopige voorziening in, maar vroeg wel om een kostenveroordeling voor de procedure en het griffierecht. De voorzieningenrechter overwoog dat, op basis van de Algemene wet bestuursrecht, het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten indien het verzoek tot voorlopige voorziening is ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener tegemoet is gekomen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het verzoek om kostenveroordeling toewijsbaar is en heeft de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten van € 534,00 en het griffierecht van € 181,00 aan verzoeker. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.