In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 8 juni 2021 uitspraak gedaan over een verzoek tot toepassing van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit verzoek was ingediend door appellanten, die beroep hadden ingesteld tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 10 september 2019. De appellanten, vertegenwoordigd door hun gemachtigden, vroegen om kennisneming van vertrouwelijke stukken die door de verweerder waren overgelegd. De verweerder had aangegeven dat deze stukken alleen door het College konden worden ingezien, en dat openbaarmaking mogelijk schadelijk zou zijn voor de betrokken partijen.
Het College heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de weigering van kennisneming gerechtvaardigd kan zijn, mits dit in het belang van de vertrouwelijkheid van concurrentiegevoelige gegevens is. Het College heeft de belangen van de partijen afgewogen en geconcludeerd dat openbaarmaking van de vertrouwelijke informatie een onevenredig nadeel voor de verstrekker zou kunnen opleveren. Het College heeft daarom besloten dat de beperking van kennisneming van de stukken gerechtvaardigd is en heeft partijen verzocht om binnen één dag te reageren op de vraag of zij instemmen met de uitspraak op basis van de vertrouwelijke stukken.
De beslissing van het College benadrukt het belang van vertrouwelijkheid in bestuursrechtelijke procedures, vooral wanneer het gaat om concurrentiegevoelige informatie. Het College heeft de betrokken partijen de mogelijkheid geboden om hun standpunt kenbaar te maken, maar heeft tegelijkertijd de noodzaak van vertrouwelijkheid en zorgvuldigheid in de besluitvorming onderstreept.