ECLI:NL:CBB:2021:593
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Opleggen van een last onder dwangsom aan een taxichauffeur wegens het aanbieden van taxivervoer zonder vergunning op de Amsterdamse opstapmarkt
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 8 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een taxichauffeur en het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. De taxichauffeur, appellant, had een last onder dwangsom opgelegd gekregen omdat hij op 2 november 2019 taxivervoer had aangeboden op de Amsterdamse opstapmarkt zonder de vereiste Taxxxivergunning. Het primaire besluit van 24 januari 2020, dat deze last oplegde, werd door het college van burgemeester en wethouders gehandhaafd in een bestreden besluit van 19 juni 2020, waartegen appellant in beroep ging.
Tijdens de zitting op 19 maart 2021 heeft appellant verklaard dat hij op de laad- en losplek aan het Damrak stond te wachten op klanten die hij via via had gekregen. De politie had hem echter betrapt op het aanbieden van taxivervoer zonder vergunning. Het College overwoog dat de taxichauffeur, door met een als taxi herkenbare auto op een illegale opstapplaats te staan zonder bezig te zijn met het ophalen of afzetten van klanten, de indruk wekt taxivervoer aan te bieden. Appellant kon niet aantonen dat hij daar stond ter uitvoering van een bij hem bestelde taxirit.
Het College concludeerde dat appellant de Taxiverordening had overtreden en dat het college bevoegd was om de last onder dwangsom op te leggen. De beroepsgrond van appellant werd verworpen, en het College verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 8 juni 2021, waarbij mr. H.S.J. Albers de uitspraak deed in aanwezigheid van de griffier, mr. M.H. van Kersbergen.