In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 18 mei 2021, betreft de zaak de appellant A2A2 de Puurste Zuivel, die in beroep ging tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De minister had het fosfaatrecht van de appellant vastgesteld op 0 kg, omdat hij op de peildatum 2 juli 2015 geen actieve landbouwer zou zijn geweest. De appellant betwistte dit en voerde aan dat hij op 1 januari 2018 wel degelijk actief was als landbouwer op de locatie Nieuwe Dijk 1a en 2 in 's-Hertogenbosch. Het College constateerde dat de minister in het bestreden besluit niet inhoudelijk was ingegaan op de primair in bezwaar aangevoerde grond dat de appellant op de peildatum actief was. Het College oordeelde dat de minister nader onderzoek moet verrichten naar de feitelijke situatie van het bedrijf en de status van de appellant als actieve landbouwer. Het College vernietigde het bestreden besluit en droeg de minister op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij ook de verplichting op de appellant rust om alle relevante gegevens te verstrekken. Tevens werd de minister veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan de appellant wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure.