Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 mei 2021 in de zaak tussen
Zoogkoeienhouderij [naam] te [plaats] , appellante
de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
11 september 2019, waren gedaan in verband met haar aanvraag om uitbetaling van graasdierpremie. Deze verklaringen worden volgens haar ten onrechte betrokken bij de beantwoording van de vraag of deze percelen als subsidiabele landbouwgrond kunnen worden aangemerkt.
11 september 2019 dat is opgesteld in het kader van een aanvraag om uitbetaling van graasdierpremie, de conclusie van de inspecteur is vermeld dat de in het geding zijnde percelen geen landbouwpercelen zijn maar een natuurterrein. Appellante heeft de inhoud van dit rapport op zichzelf niet betwist maar vindt dat dit haar niet kan worden tegengeworpen. Hoewel op grond van het voorgaande reeds zou kunnen worden geconcludeerd dat de in het geding zijnde percelen niet kunnen worden aangemerkt als subsidiabel landbouwareaal, stelt het College eveneens vast dat deze conclusie geen onderdeel uitmaakt van het bestreden besluit. Pas in het verweerschrift heeft verweerder deze conclusie uit het rapport van de NVWA - dat door appellante in beroep is overgelegd - betrokken bij de (nadere) onderbouwing van zijn standpunt. Dat de in het geding zijnde percelen volgens dit rapport een natuurterrein betreffen, kan daarom de afwijzing van de uitbetaling van de basis- en vergroeningsbetaling zoals opgenomen in het bestreden besluit niet rechtvaardigen.
11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen, plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden (Verordening 640/2014) een korting toegepast door de steun te berekenen op basis van de geconstateerde oppervlakte verminderd met anderhalf maal het verschil tussen de aangegeven en de geconstateerde oppervlakte.