ECLI:NL:CBB:2021:467
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen fosfaatrecht vaststelling en knelgevallenregeling in de Meststoffenwet
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 4 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een melkveehouderij en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De appellante, die haar fosfaatrecht vastgesteld wilde zien, stelde dat er een causaal verband bestond tussen de gezondheidsproblemen van een van de maten van het bedrijf en het lagere dieraantal op de peildatum. De minister had eerder het fosfaatrecht vastgesteld op basis van de dieraantallen die op 2 juli 2015 aanwezig waren, en het beroep op de knelgevallenregeling afgewezen. De appellante voerde aan dat de invoering van het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last op haar legde, maar het College oordeelde dat zij niet aannemelijk had gemaakt dat haar plannen door het stelsel waren doorkruist. Het College concludeerde dat de lagere dieraantallen niet het gevolg waren van het fosfaatrechtenstelsel, maar van de keuze van appellante om jongvee elders onder te brengen. De uitspraak benadrukt dat ondernemers zelf de risico's van hun beslissingen dragen en dat niet elk vermogensverlies als gevolg van wetgeving als buitensporig kan worden aangemerkt. Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.