ECLI:NL:CBB:2021:408
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoeken om voorlopige voorzieningen in bestuursrechtelijke zaken betreffende keuringswerkzaamheden en facturering door de NVWA
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 7 april 2021, zijn twee verzoeken om voorlopige voorzieningen afgewezen. De verzoekster, een onderneming die keuringen laat uitvoeren door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), had bezwaar gemaakt tegen een e-mail van de NVWA waarin werd aangegeven dat zij extra kwartieren keuringstijd moest aanvragen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de verzoeken kennelijk ongegrond waren, omdat er geen onverwijlde spoed aanwezig was zoals vereist in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
In de eerste zaak (20/1190) had de verzoekster bezwaar gemaakt tegen het niet-ontvankelijk verklaren van haar bezwaar door de NVWA. De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoekster geen spoedeisend belang had aangetoond, aangezien zij in staat was de facturen te voldoen en niet in een financiële noodsituatie verkeerde.
In de tweede zaak (21/30) ging het om een verzoek tot terugbetaling van een te veel betaald bedrag en vergoeding van proceskosten. Ook hier oordeelde de voorzieningenrechter dat er geen spoedeisendheid was, omdat de NVWA met een nadere beslissing tegemoet was gekomen aan de bezwaren van verzoekster. Beide verzoeken werden afgewezen, en de voorzieningenrechter besloot zonder zitting uitspraak te doen, zoals toegestaan onder artikel 8:83, derde lid, van de Awb.