In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 8 april 2021 een geheimhoudingsbeslissing genomen in het kader van een beroep van easyJet plc. tegen een besluit van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) van 27 juni 2019. De ACM had vertrouwelijke versies van verschillende gedingstukken overgelegd, waarbij zij zich beroept op artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel stelt dat het College moet beslissen of de weigering of beperking van kennisneming van deze stukken gerechtvaardigd is. De betrokken partijen, waaronder Royal Schiphol Group N.V. als derde-partij, hebben hun belangen in deze procedure naar voren gebracht.
Het College heeft in zijn overwegingen een afweging gemaakt tussen het belang van openbaarmaking van informatie en het belang van vertrouwelijkheid van bedrijfsgevoelige gegevens. Het College concludeert dat openbaarmaking van bepaalde gegevens het belang van een of meer partijen onevenredig kan schaden, en dat de vertrouwelijkheid van deze gegevens moet worden geëerbiedigd. De beslissing houdt in dat het College alleen met toestemming van de andere partijen uitspraak kan doen op basis van de vertrouwelijke stukken, en dat partijen binnen twee weken moeten aangeven of zij instemmen met deze procedure.
De beslissing van het College omvat een gedetailleerde opsomming van de stukken waarvan de kennisneming is beperkt, en de redenen hiervoor zijn helder uiteengezet. Het College heeft de belangen van alle betrokken partijen zorgvuldig afgewogen en komt tot de conclusie dat beperking van de kennisneming gerechtvaardigd is.