ECLI:NL:CBB:2021:114
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.W.L. Koopmans
- M.A.A. Traousis
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het fosfaatrechtenstelsel en de gevolgen voor de melkveehouderij
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 2 februari 2021, zaaknummer 19/1379, staat de beoordeling van het fosfaatrechtenstelsel centraal. Appellant, een melkveehouder, had een melding bijzondere omstandigheden ingediend, die door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit was afgewezen. De appellant had eerder een beroepsverbod gekregen en wilde zijn melkveebedrijf herstarten, maar kon geen fosfaatrechten verkrijgen omdat hij op de peildatum geen melkvee hield. De appellant voerde aan dat het fosfaatrechtenstelsel zijn recht op eigendom aantastte en dat hij te maken had met een individuele en buitensporige last. Het College oordeelde echter dat de appellant zelf verantwoordelijk was voor zijn situatie, aangezien hij na het opheffen van zijn beroepsverbod had gekozen om een nieuwe stal te bouwen, maar niet tijdig de benodigde vergunningen had verkregen. Het College concludeerde dat de belangen van het milieu en de volksgezondheid zwaarder wegen dan de belangen van de appellant. Het beroep werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.