ECLI:NL:CBB:2020:774
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag op grond van het Besluit Stimulering Duurzame Energieproductie wegens ontbreken Wbr-vergunning
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 27 oktober 2020, zaaknummer 18/1695, staat de afwijzing van een subsidieaanvraag door de minister van Economische Zaken en Klimaat centraal. De appellante, Coöperatieve Vereniging Bossche Windmolen West U.A., had een aanvraag ingediend voor subsidie op grond van het Besluit Stimulering Duurzame Energieproductie (Besluit SDE) voor de bouw van een windturbine nabij de A59. De aanvraag werd afgewezen omdat de appellante niet beschikte over de benodigde vergunning op grond van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken (Wbr). De minister baseerde zich op het oordeel van het bevoegd gezag, Rijkswaterstaat, dat een Wbr-vergunning noodzakelijk was. De appellante betwistte dit en stelde dat de vergunning niet vereist was, maar het College oordeelde dat de minister terecht had afgewezen, omdat de vergunning wel degelijk nodig was voor de realisatie van het project. De appellante had eerder een Wbr-vergunning aangevraagd, maar deze was niet tijdig verkregen, wat leidde tot de afwijzing van de subsidieaanvraag. Het College concludeerde dat de minister de aanvraag terecht had afgewezen en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.