Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 februari 2020 in de zaak tussen
[naam 1], te [plaats 1] , appellant
Vereniging van Eigenaars [naam 2], te [plaats 2] , (VvE), tezamen ook appellanten genoemd
(gemachtigde: mr. P. Tuinman),
de Kamer van Koophandel, verweerster
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep van de VvE niet‑ontvankelijk;
- verklaart het beroep van appellant voor zover dit is gericht tegen het bestreden besluit waarbij is beslist op zijn bezwaar tegen het primaire besluit, ongegrond:
- verklaart het beroep gegrond voor zover gericht tegen het gedeelte van het bestreden besluit dat betrekking heeft op de weigering van verweerster ten aanzien van de opgaven van appellant ter inschrijving in het handelsregister van de intreding van [naam 3] en [naam 4] als bestuurders van de VvE per 31 maart 2006;
- vernietigt het bestreden besluit in zoverre;
- verklaart het bezwaar van appellant gericht tegen evengenoemde weigering van verweerster ongegrond;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van het bestreden besluit;
- draagt verweerster op het betaalde griffierecht van € 345,- aan appellant te vergoeden;
€ 525,-.