ECLI:NL:CBB:2020:646
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen fosfaatrecht vastgesteld door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 22 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen V.O.F. [naam 1] en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het geschil betreft de vaststelling van het fosfaatrecht van appellante, die in beroep is gegaan tegen het besluit van de minister. Het primaire besluit, genomen op 12 januari 2018, stelde het fosfaatrecht vast op basis van de Meststoffenwet. Na bezwaar van appellante heeft de minister op 29 oktober 2018 het fosfaatrecht hoger vastgesteld, maar appellante was het hier niet mee eens en heeft beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 14 mei 2020 is de fosfaattoestand van verschillende percelen landbouwgrond besproken. Het College oordeelde dat de minister het analyserapport van appellante terecht als niet representatief heeft aangemerkt. Dit rapport was niet bruikbaar als bewijs voor de fosfaattoestand van perceel 35, omdat een aanzienlijk deel van het perceel niet was bemonsterd. Ook de fosfaattoestand van perceel 36 werd besproken, waarbij het College oordeelde dat de minister dit perceel terecht in de categorie hoog had geplaatst.
Het College concludeerde dat de minister de oppervlakte van de landbouwgrond correct had vastgesteld en dat appellante niet had aangetoond dat de minister hierin onjuist had gehandeld. Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.