ECLI:NL:CBB:2020:629
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Geheimhoudingsbeslissing
- Rechtspraak.nl
Geheimhoudingsbeslissing inzake vertrouwelijke stukken in hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Autoriteit Consument en Markt (ACM) hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 13 december 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:10117. In het hoger beroep heeft ACM vertrouwelijke stukken overgelegd en verzocht om beperking van de kennisneming van deze stukken op grond van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De betrokken partijen zijn [naam] B.V. en ACM, waarbij [naam] B.V. incidenteel hoger beroep heeft ingesteld.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de verzoeken van ACM beoordeeld en een afweging gemaakt tussen het belang van openbaarmaking van informatie en de bescherming van vertrouwelijke gegevens. Het College heeft vastgesteld dat openbaarmaking van bepaalde gegevens het belang van een of meer partijen onevenredig kan schaden, en dat ACM belang heeft bij het behoud van vertrouwelijke informatie voor de uitoefening van haar taken.
Het College heeft besloten dat de gevraagde beperking van de kennisneming van de stukken gerechtvaardigd is. Het heeft bepaald dat bepaalde vertrouwelijke gegevens, zoals de namen van klanten en medewerkers, niet openbaar gemaakt hoeven te worden, omdat dit tot onevenredige nadelen kan leiden voor de betrokkenen. Het College heeft [naam] B.V. verzocht om binnen twee weken schriftelijk aan te geven of zij instemt met de uitspraak op basis van de vertrouwelijke stukken, voor zover zij deze niet kent. De beslissing is genomen door mr. H.S.J. Albers, met mr. I.C. Hof als griffier.