In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 19 mei 2020, met zaaknummers 19/1268 en 19/1269, staat de herziening van de toewijzing en uitbetaling van betalingsrechten in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) centraal. Appellante, een maatschap, heeft beroep ingesteld tegen besluiten van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, die betrekking hebben op de toewijzing van betalingsrechten voor de jaren 2015 en 2016. De appellante betwist de vastgestelde perceelgrenzen en stelt dat deze onjuist zijn, wat leidt tot een te lage toewijzing van betalingsrechten.
Het College heeft vastgesteld dat de appellante terecht heeft gewezen op de schaduwwerking van afrasteringen en bomen op luchtfoto's, wat van invloed is op de perceelgrenzen. Voor perceel 13 heeft het College geoordeeld dat de grens te noordelijk was gelegd en dat deze moet worden herzien. Het beroep tegen het bestreden besluit 1b is gegrond verklaard, evenals het beroep tegen het bestreden besluit 1c, omdat het aantal geconstateerde hectares onjuist was vastgesteld.
Daarnaast heeft het College ook de beroepen tegen de besluiten voor het jaar 2016 beoordeeld. Het College heeft geoordeeld dat de minister onvoldoende gemotiveerd heeft dat de door appellante ingetekende perceelgrenzen onjuist zijn, met name voor de percelen 54 en 56. Het College heeft de minister opgedragen om nieuwe besluiten te nemen met inachtneming van de uitspraak. Tevens zijn de proceskosten van appellante vergoed.