ECLI:NL:CBB:2020:294
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing fosfaatrechten op basis van knelgevallenregeling en startersregeling
In deze zaak heeft appellante, een V.O.F., beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin het aantal fosfaatrechten voor haar bedrijf op nul kg is vastgesteld. Appellante had op 6 februari 2018 verzocht om fosfaatrechten vast te stellen en een melding van bijzondere omstandigheden gedaan. Het primaire besluit van 6 juli 2018 wees deze melding af, en het bestreden besluit van 19 oktober 2018 bevestigde de vaststelling van nul kg fosfaatrechten. Tijdens de zitting op 24 februari 2020 is appellante niet verschenen, maar haar gemachtigde was aanwezig.
Appellante beroept zich op de knelgevallenregeling en de startersregeling, stellende dat haar veestapel ernstige gezondheidsproblemen had, waardoor het bedrijf op de peildatum 2 juli 2015 feitelijk leeg was. De minister heeft het beroep op deze regelingen afgewezen, stellende dat appellante op de hoogte was van de gezondheidsproblemen van de dieren en dat zij het risico van de aankoop van het bedrijf heeft genomen. Bovendien was er volgens de minister geen sprake van een nieuw gestart bedrijf, omdat appellante een bestaand bedrijf had overgenomen.
Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het beroep van appellante op de knelgevallenregeling faalt, omdat zij geen alternatieve peildatum heeft opgegeven en de gegevens op de peildatum 2 juli 2015 niet voldoen aan de vereisten. Ook het beroep op de startersregeling wordt afgewezen, omdat er sprake was van een voortzetting van een bestaand bedrijf. De uitspraak is gedaan door mr. I.M. Ludwig, met mr. J.M.T. Plouvier als griffier, en is openbaar uitgesproken op 21 april 2020.