ECLI:NL:CBB:2020:268
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.C. Stam
- C.M.J. Rouwers
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen fosfaatrecht en knelgevallenregeling in de Meststoffenwet
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 14 april 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een melkveehouder en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het fosfaatrecht. Appellant, die een melkveebedrijf exploiteert, had beroep ingesteld tegen een besluit van de minister waarin zijn fosfaatrecht was vastgesteld en later verlaagd. De minister had het fosfaatrecht van appellant vastgesteld op 5.891 kg, maar dit werd verhoogd naar 5.966 kg in het bestreden besluit. Vervolgens werd het fosfaatrecht in het vervangingsbesluit verlaagd naar 5.926 kg, wat appellant niet accepteerde. Hij voerde aan dat de minister ten onrechte geen rekening had gehouden met bijzondere omstandigheden, zoals een salmonellabesmetting in zijn veestapel en gezondheidsproblemen van zijn vrouw, die volgens hem de drempel van 5% voor de knelgevallenregeling zouden moeten halen.
Het College overwoog dat de minister bevoegd was om fouten in eerdere besluiten te corrigeren en dat de knelgevallenregeling niet van toepassing was, omdat appellant niet kon aantonen dat zijn fosfaatrecht door de bijzondere omstandigheden met 5% was verlaagd. Het College concludeerde dat het beroep tegen het vervangingsbesluit ongegrond was en verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk. Tevens werd bepaald dat het griffierecht aan appellant zou worden vergoed. De uitspraak benadrukt de strikte toepassing van de Meststoffenwet en de voorwaarden voor de knelgevallenregeling.