In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 14 april 2020 uitspraak gedaan tot rectificatie van een eerdere uitspraak van 10 maart 2020, met kenmerk 18/1420. De appellante, een maatschap bestaande uit [naam 1] en [naam 2], had in de eerdere uitspraak onjuistheden en verschrijvingen geconstateerd. Het College heeft vastgesteld dat in de eerdere uitspraak in rechtsoverweging 7.2 en onder 'Beslissing' een kennelijke onjuistheid was vermeld, evenals in de aanhef en in rechtsoverwegingen 2.5 en 2.6. De gemachtigde van appellante was niet de titel mr. waardig, en het aantal melk- en kalfkoeien dat appellante op de peildatum hield, was 88 in plaats van 188. Tevens was er een onjuistheid in de proceskostenveroordeling, die ten onrechte op € 1.025,- was vastgesteld, terwijl dit € 1.050,- moest zijn. Het College heeft de uitspraak van 10 maart 2020 aangepast om deze onjuistheden te rectificeren. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.