ECLI:NL:CBB:2020:148
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de knelgevallenregeling in het kader van de Meststoffenwet met betrekking tot gezondheidsproblemen van een stier
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 10 maart 2020, zaaknummer 18/351, is het beroep van appellante, een veehouderij, gegrond verklaard. Appellante had beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin het fosfaatrecht van appellante was vastgesteld. De kern van de zaak betrof de toepassing van de knelgevallenregeling van artikel 23, zesde lid, van de Meststoffenwet (Msw). Appellante stelde dat haar stier in 2012 gezondheidsproblemen had, wat leidde tot een verminderd aantal geboortes en daarmee tot een te laag fosfaatrecht. Het College oordeelde dat appellante voldoende bewijs had geleverd dat de stier in kwestie inderdaad verminderd vruchtbaar was, en dat verweerder ten onrechte de knelgevallenregeling niet had toegepast. Het College heeft verweerder opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit op bezwaar te nemen, rekening houdend met deze uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten van appellante, die zijn vastgesteld op € 1.312,50.