ECLI:NL:CBB:2019:98

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
12 maart 2019
Publicatiedatum
12 maart 2019
Zaaknummer
17/1475
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg van de wettelijke term 'enkelvoudige storingsreserve' in het kader van een stroomstoring door TenneT

In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 12 maart 2019, in de zaak tussen TenneT TSO B.V. en de Autoriteit Consument en Markt (ACM), wordt de uitleg van de wettelijke term 'enkelvoudige storingsreserve' behandeld. De zaak betreft een stroomstoring die op 27 maart 2015 plaatsvond in het 380 kV-station van TenneT in Diemen, wat leidde tot een grootschalige stroomuitval die ongeveer één miljoen huishoudens trof. Tata Steel, die een directe aansluiting op het hoogspanningsnet heeft, diende een klacht in bij de ACM over de handelwijze van TenneT tijdens deze storing.

De ACM oordeelde dat TenneT in strijd had gehandeld met de Netcode Elektriciteit en de Elektriciteitswet, wat TenneT betwistte. Het College oordeelde dat de uitleg van ACM over de 'enkelvoudige storingsreserve' onjuist was. Het College concludeerde dat de netconfiguratie van station Diemen, waarbij de ene rail als reserve voor de andere fungeert, voldoet aan de eisen van de wet, zelfs wanneer er tijdelijk met de belasting wordt geschoven tijdens noodzakelijke tests. Het College vernietigde het besluit van ACM en verklaarde de klacht van Tata Steel ongegrond.

Daarnaast oordeelde het College dat TenneT niet alles had gedaan wat redelijkerwijs mogelijk was om de storing te voorkomen, gezien de ingrijpende gevolgen van de kortsluiting. Het College veroordeelde ACM tot betaling van de proceskosten aan TenneT, vastgesteld op € 1.024,-. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en de beslissing van het College treedt in de plaats van het vernietigde besluit van ACM.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 17/1475

uitspraak van de meervoudige kamer van 12 maart 2019 in de zaak tussen

TenneT TSO B.V. (TenneT), te Arnhem, appellante

(gemachtigde: mr. I. Brinkman),
en

de Autoriteit Consument en Markt, (ACM) verweerster,

(gemachtigden: mr. T.C. Topp en mr. G.J.P. Leuverink).
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen:
Tata Steel IJmuiden B.V.(Tata Steel) te IJmuiden, (gemachtigde: mr. M.E. Brinkman).

Procesverloop

Bij besluit van 24 augustus 2017 heeft ACM beslist op de geschilaanvraag van Tata Steel over de stroomstoring op 27 maart 2015 in het 380 kV-station van TenneT in Diemen.
TenneT heeft tegen dit besluit beroep ingesteld.
ACM heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 december 2018. Partijen zijn verschenen bij genoemde gemachtigden. Voor TenneT is voorts verschenen [naam 1] . Voor ACM is voorts verschenen [naam 2] .

Overwegingen

1.1
TenneT is de landelijk netbeheerder van het hoogspanningsnet. Tata Steel heeft een rechtstreeks aansluiting op dat hoogspanningsnet. Het 380 kV-station Diemen is onderdeel van het hoogspanningsnet. Op 27 maart 2015 veroorzaakte de uitval van dit station een grootschalige stroomstoring in een groot deel van Noord-Holland en een klein deel van Flevoland. Dit trof ongeveer één miljoen huishoudens, een aantal grootverbruikers en vitale infrastructuren, zoals de nationale luchthaven Schiphol en delen van het spoorwegennet. Na ongeveer een uur is station Diemen weer onder spanning gebracht en kon TenneT de stroomvoorziening gefaseerd herstellen.
1.2
Station Diemen heeft een dubbel railsysteem, rail A en rail B, ieder aangesloten op drie fasen (drie hoogspanningsdraden), te weten fasen 4, 8 en 12. De stroom loopt van de aanvoerlijn via rail A en/of rail B naar de andere op het station aangesloten velden. De aanvoerlijn wordt door zes afzonderlijke pantografen, voor iedere fase één, dus drie per rail, gekoppeld aan rail A of aan rail B. Het railsysteem is verder uitgerust met een enkel koppelveld, een schakelaar waarmee de rails A en B aan elkaar gekoppeld of ontkoppeld kunnen worden. Bij een kortsluiting op één van de rails verbreekt het koppelveld de verbinding tussen beide rails. De andere rail blijft in bedrijf en de energievoorziening gegarandeerd. Als de rails op het moment van storing beide (ook) via de pantografen verbonden zijn, dan schakelt het veiligheidssysteem beide rails af ook als het koppelveld de (andere) verbinding tussen de beide rails verbreekt.
1.3
Op 26 maart 2015 is een defect aan een van de pantografen van rail A verholpen. Op 27 maart 2015 werd de correcte werking van deze railscheider getest. De drie pantografen waren bij aanvang van de test gekoppeld met rail A en die voor rails B waren uitgestuurd en maakten dus geen contact met de aanvoerlijn. De rails waren met elkaar verbonden via het koppelveld en stonden op die manier beide onder spanning. De test bestond uit het insturen van de pantografen naar rails B, en aansluitend uitsturen van de pantografen van rail A. Op die manier wordt de stroom van rail A overgezet naar rail B, ook wel "het schuiven van belasting" genoemd. De aanvoerlijn is dan verbonden met zowel rail A als rail B en onderbreekt daardoor tijdelijk de enkelvoudige storingsreserve. Dat is de reden dat die dubbele verbinding met de aanvoerlijn zo kort mogelijk, in de praktijk enkele minuten, moet duren.
1.4
Om de pantografen van rail A veilig te kunnen uitsturen, moeten de pantografen van rail B volledig "in" staan, zodat alle drie de aanvoerfasen verbonden zijn met rail B. De stand-melding bewaakt of aan deze voorwaarde is voldaan. Tijdens het inschakelen van de pantografen van rail B gaf de stand-melding de melding "tussenstand" als teken dat de eindstand (alle pantografen maken volledig contact met rail B) niet was bereikt. Het vergrendelingssysteem belet dan het uitsturen van de pantografen van rail A. In Diemen waren op dat moment een werkverantwoordelijke en technisch specialist van TenneT aanwezig. De werkverantwoordelijke heeft vervolgens vanaf het observatieterras gekeken of alle pantografen contact maakten met rail B en meende waar te nemen zij alle drie volledig waren ingestuurd. Hij zag daarbij om onverklaarde redenen over het hoofd dat één van pantografen nog volledig was uitgestuurd. Afgaande op de (achteraf onjuiste) visuele waarneming heeft de technisch specialist de vergrendeling omzeild met de bedoeling de test te vervolgen. Tijdens het uitsturen van de met rail A verbonden pantografen A trad kortsluiting in rail A op en schakelde het automatisch de (onderling nog met twee fasen verbonden) rail A en rail B af.
2. Tata Steel heeft een klacht ingediend die betrekking heeft op de stroomstoring. ACM heeft bij in zijn besluit van 24 augustus 2017 voor zover relevant geconcludeerd dat TenneT heeft gehandeld in strijd met:
- artikel 4.1.4.5 van de Netcode Elektriciteit (Netcode) gelezen in samenhang met artikel 31, twaalfde lid, van de Elektriciteitswet (E-wet), en
- artikel 16, eerste lid, onder a, b en f, van de E-wet gelezen in samenhang met artikel 6.2.3 van de Netcode.
3.1
Partijen verschillen van mening over de uitleg van artikel 31, twaalfde lid van de E-wet. TenneT heeft in de kern betoogd dat station Diemen voldoet aan de terzake gestelde eisen, terwijl ACM heeft bepleit dat het station daar niet aan voldoet.
3.2
In artikel 31, twaalfde lid, van de E-wet was, ten tijde van belang, bepaald dat in de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, f en g, wordt vastgelegd dat netten met een spanningsniveau van 110 kV of hoger zodanig zijn ontworpen en in werking zijn dat het transport van elektriciteit, ook indien zich een enkelvoudige storing voordoet, verzekerd is (de enkelvoudige storingsreserve). Naar het oordeel van het College moet dit artikel aldus worden uitgelegd dat een netconfiguratie met twee rails, waarbij de ene rail fungeert als enkelvoudige storingsreserve voor de andere rail, blijft voldoen aan de eis van het handhaven van een enkelvoudige storingsreserve, wanneer gedurende enkele minuten ter uitvoering van een noodzakelijke test geschoven wordt met de belasting. De uitleg die ACM aan deze wetsbepaling geeft, is onjuist. In wezen komt die uitleg er namelijk op neer dat een netbeheerder een dubbele storingsreserve moet handhaven. ACM heeft, uitgaande van die onjuiste wetsuitleg, de klacht van Tata Steel op dit punt ten onrechte gegrond verklaard. Deze beroepsgrond slaagt. Wat TenneT in dit verband verder heeft aangevoerd, kan en zal het College onbesproken laten.
4.1
TenneT betwist voorts aangevoerd dat zij niet alles heeft gedaan dat redelijkerwijs in haar vermogen lag om onderbreking van de transportdienst te voorkomen.
4.2
Het College is met ACM van oordeel dat TenneT niet alles wat redelijkerwijs binnen haar vermogen lag, heeft gedaan om de storing te voorkomen. Op basis van één visuele waarneming van de werkverantwoordelijke, is besloten de foutmelding te negeren en de veiligheidsvergrendeling handmatig op te heffen. Achteraf bleek die visuele waarneming evident onjuist. De zeer ingrijpende, kenbare gevolgen die kunnen optreden als kortsluiting ontstaat op het moment dat met de belasting wordt geschoven, maken dat dan vergaande voorzorg van TenneT mag worden verlangd. Met die voorzorg is niet in overeenstemming dat Tennet op 27 maart 2015 bij het handmatig afschakelen van veiligheidsvoorzieningen is afgegaan op de enkele waarneming van de werkverantwoordelijke. Daarvoor stond er te veel op het spel en was het risico op een vergissing bij een dergelijke waarneming te groot. Daar komt bij dat de visuele waarneming gebeurde op een afstand van 34 meter van de pantografen tijdens harde wind en regen. Een afzonderlijke waarneming door de eveneens ter plaatse aanwezig technisch specialist was gemakkelijk uitvoerbaar. Bovendien valt niet in te zien dat de uitvoering van de test niet korte tijd kon worden opgeschort.
5. Het beroep slaagt. Het College zal het besluit voor zover daarbij is beslist dat TenneT in strijd met artikel 4.1.4.5 van de Netcode gelezen in samenhang met artikel 31, twaalfde lid, van de E-wet heeft gehandeld, vernietigen. Het College zal bepalen dat zijn uitspraak op dit punt in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van het besluit en de klacht van Tata op dit punt ongegrond verklaren. Voor het overige is het beroep ongegrond.
6. Het College veroordeelt ACM in de door TenneT gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt het College op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.024,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 512,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

Het College:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit voor zover daarbij is beslist dat TenneT in strijd met artikel 4.1.4.5 van de Netcode gelezen in samenhang met artikel 31, twaalfde lid, van de E-wet heeft gehandeld en verklaart de klacht van Tata Steel in zoverre ongegrond;
  • bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het bestreden besluit voor zover dat is vernietigd;
  • draagt ACM op het betaalde griffierecht van € 333,- aan TenneT te vergoeden;
- veroordeelt ACM in de proceskosten van TenneT tot een bedrag van € 1.024,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.R. Eggeraat, mr. R.C. Stam en mr. B. Bastein, in aanwezigheid van mr. P.M. Beishuizen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 12 maart 2019.
w.g. E.R. Eggeraat w.g. P.M. Beishuizen