ECLI:NL:CBB:2019:71
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.R. Eggeraat
- I.M. Ludwig
- T.L. Fernig-Rocour
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van subsidie en terugvordering in het kader van nationale EZ-subsidies
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 19 februari 2019 uitspraak gedaan in het geschil tussen [naam 1] B.V. en de minister van Economische Zaken en Klimaat. De zaak betreft de vaststelling van een subsidie en de terugvordering van te veel betaalde voorschotten. De minister had op 14 december 2016 de subsidie vastgesteld op € 712.207,- en een bedrag van € 293.596,- teruggevorderd, omdat er sprake zou zijn van ongeoorloofde cumulatie van subsidies. Appellante betwistte dat de gelden van de Universiteit Maastricht als subsidie konden worden aangemerkt en voerde aan dat de terugvordering onterecht was.
Het College heeft vastgesteld dat de Universiteit Maastricht een publiekrechtelijke rechtspersoon is en dat de middelen die aan appellante zijn verstrekt, als subsidie moeten worden aangemerkt. De appellante had een overeenkomst met de Universiteit Maastricht voor wetenschappelijk onderzoek, waarbij onderzoeksvouchers konden worden ingewisseld voor gemaakte kosten. Het College oordeelde dat de voorwaarden van de lening en de kwijtschelding onder bepaalde voorwaarden duiden op een subsidie. De stelling van appellante dat er geen sprake was van subsidie werd verworpen, evenals haar beroep op het vertrouwensbeginsel. Het College verklaarde het beroep ongegrond en handhaafde de vaststelling van de subsidie en de terugvordering.