ECLI:NL:CBB:2019:641
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om ontheffing op grond van de Meststoffenwet door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
In deze zaak heeft de Firma [naam] V.O.F. beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarbij het verzoek om ontheffing van het verbod om pluimvee te houden zonder voldoende pluimveerechten is afgewezen. Het primaire besluit werd genomen op 20 december 2017, en het bestreden besluit op 24 oktober 2018, waarbij het bezwaar van appellante ongegrond werd verklaard. De zitting vond plaats op 17 oktober 2019, waar beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
Appellante verzocht om ontheffing van het verbod op basis van de Meststoffenwet, met de stelling dat er geen overschrijding van het sectorale fosfaatplafond was en dat er veel mestverwerking in de pluimveesector had plaatsgevonden. Tevens werd aangevoerd dat de looptijd van de POR-regeling zou eindigen met het afschaffen van het dierenrechtenstelsel. Appellante stelde dat verweerder in strijd met het vertrouwens-, evenredigheids- en zekerheidsbeginsel had gehandeld, en verwees naar de investeringen die zij had gedaan om de ontheffing te verkrijgen.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven overwoog dat de gronden van appellante inhoudelijk gelijkluidend waren aan die in een eerdere uitspraak van 9 april 2019, waarin vergelijkbare beroepen ongegrond waren verklaard. Het College concludeerde dat de argumenten van appellante niet slaagden en verklaarde het beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 26 november 2019.