ECLI:NL:CBB:2019:607
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Fosfaatrechten en de impact van peildatum op gemengd bedrijf met akkerbouw en veeteelt
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 26 november 2019 uitspraak gedaan in een geschil over fosfaatrechten. Appellante, een maatschap die een gemengd bedrijf voert met akkerbouw, pluimvee en de opfok van jongvee, heeft bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van haar fosfaatrecht door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De peildatum voor de fosfaatrechten viel op 2 juli 2015, een datum waarop slechts 50% van het jongvee aanwezig was, wat resulteerde in een tekort van 341 kg fosfaatrecht ter waarde van € 21.000,-. Appellante stelde dat deze peildatum ongunstig was en een disproportionele last op haar bedrijf legde, maar het College oordeelde dat zij onvoldoende bewijs had geleverd van de bedrijfseconomische gevolgen van het fosfaatrechtstelsel voor haar gehele onderneming.
Het College merkte op dat de situatie van appellante niet wezenlijk verschilde van die van andere melkveehouders en dat de peildatum voor vergelijkbare bedrijven ook gunstig kon uitvallen. Ondanks de impact van de peildatum op de specifieke bedrijfsvoering, was het College van mening dat appellante niet had aangetoond dat de financiële gevolgen ingrijpend waren voor haar gehele bedrijf. Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard, en het College zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van het leveren van bewijs bij het aanvoeren van inbreuken op eigendomsrechten in het kader van bestuursrechtelijke beslissingen.