Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
Procesverloop
Overwegingen
Voor zover in deze uitspraak een oordeel wordt gegeven over de rechtmatigheid van het primaire besluit, is sprake van een voorlopig oordeel dat het College niet bindt in een eventuele bodemprocedure.
.
Ik heb tegen de man in het taxibusje 3 keer gezegd en 3 maal een teken gegeven, dat hij naar beneden moest rijden. Ik zag vervolgens dat het taxibusje op mij af kwam gereden. Ik voelde dat het taxibusje tegen mijn linkerknie aan kwam. Ik zag dat de linkervoorkant van het taxibusje tegen mij aanreed. Ik voelde dat hij tegen mijn knie aan reed. Hierop ben ik uit schrik aan de kant gesprongen. (..) Ik stond de hele tijd links voor het taxibusje, gezien vanaf de bestuurder. Ik zag vervolgens tijdens de aanrijding dat de bestuurder een stuurbeweging richting links maakte in mijn richting. Ik had sterk het gevoel dat de bestuurder mij doelbewust wilde aanrijden, omdat ik weg ben gesprongen heeft het taxibusje mij niet vol kunnen raken.
Vervolgens zag ik dat het taxibusje toch naar het benedendek reed. Ik zag meteen twee collega’s van mij aankomen rennen (..)
Ongeveer vijf minuten later voelde ik meer pijn in mijn linkerknie. Deze pijn wordt steeds meer en begint steeds wat erger te worden.
Ik hoorde 1 collega zeggen dat hij een foto had gemaakt van het taxibusje. Ik heb deze foto gezien en zag het volgende kenteken staan: [kenteken] . Ik zag op de foto dat dit het voertuig was wat tegen mij heeft aangereden.”
“Op donderdag 13 december eind van de ochtend heeft er iets voorgevallen in de parkeergarage P1. Ik stond samen met mijn collega, die ook is gehoord, op de hellingbaan voor de ingang van P1. Ik hoorde hard geschreeuw vanuit de parkeergarage komen. Ik omschrijf deze schreeuw alsof iemand pijn had en boos was. Ik ben samen met mijn collega richting het geschreeuw gelopen. Ik zag dat daar een collega van mij stond met een taxichauffeur. Ik hoorde mijn collega zeggen dat hij pijn had aan zijn knie. Ik hoorde mijn collega zeggen dat de taxichauffeur wilde doorrijden. Ik hoorde mijn collega zeggen dat hij was aangereden door de taxichauffeur. We hebben onze collega bij de taxichauffeur weggehaald.
De taxichauffeur over wie ik spreek is degene die de Koninklijke Marechaussee heeft aangehouden.”
Ik bevond mij op de eerste etage van het parkeerdek. Ik hoorde op een gegeven moment dat er geschreeuwd werd op de 2de etage. Ik hoorde de stem van mijn collega. Ik hoorde boos geschreeuw, ik kon niet precies verstaan wat er werd gezegd. Ik ben daarop naar boven gerend. Ik zag dat mijn collega, [naam 2] , bij een zwart busje stond. Ik zag dat het een Mercedes Vito was en zag dat het kenteken [kenteken] betrof. Ik zag dat kentekenplaat blauw was. Ik zag dat [naam 2] naast de bestuurder stond. Ik zag dat het raam geopend was en dat [naam 2] en de bestuurder aan het praten waren.
Ik hoorde [naam 2] aan de bestuurder vragen waarom de bestuurder van het voertuig was doorgereden ondanks de aanwijzingen van [naam 2] . Ik hoorde de bestuurder zeggen dat hij de kant op wilde rijden die niet door [naam 2] werd aangewezen. (..)
Ik heb nog met [naam 2] gesproken en hoorde hem zeggen dat hij last van zijn knie had.”
a. (...);
Op grond van artikel 10, derde lid, van de Regeling kan een chauffeurskaart voor een termijn van ten hoogste 12 weken wordt geschorst in het belang van veilig taxivervoer dan wel bij vermoeden van een geval als bedoeld in het eerste lid, onder b, d, e of f.