In deze zaak heeft AuditNL Oost B.V. beroep ingesteld tegen de kosten die in rekening zijn gebracht voor de kwaliteitstoetsing van hun accountantspraktijk door de Autoriteit Financiële Markten (AFM). De AFM heeft op 16 december 2016 een bedrag van € 4.990,- (excl. btw) in rekening gebracht voor de uitvoering van een kwaliteitstoetsing. AuditNL heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. Vervolgens heeft AuditNL beroep ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, dat de zaak op 20 augustus 2019 heeft behandeld.
Het College heeft vastgesteld dat de kosten die de AFM in rekening brengt voor de kwaliteitstoetsingen niet afhankelijk zijn van het aantal uren dat aan de toetsing is besteed, maar dat er vaste tarieven gelden. Dit betekent dat de duur van de toetsing niet relevant is voor de kosten. AuditNL voerde aan dat de kosten niet in verhouding stonden tot de werkelijk bestede uren en dat de AFM ten onrechte kosten in rekening bracht, omdat zij ook jaarlijks een bedrag voor doorlopend toezicht in rekening brengt. Het College oordeelde dat de AFM en verweerder beide hun eigen kosten in rekening mogen brengen en dat er geen sprake is van dubbele kosten.
Het College heeft ook overwogen dat de behandeling van het bezwaar langer heeft geduurd dan de redelijke termijn, en heeft verweerder veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 1.000,- aan AuditNL. Uiteindelijk heeft het College het beroep ongegrond verklaard, maar heeft het verweerder wel veroordeeld tot betaling van de schadevergoeding.