ECLI:NL:CBB:2019:518
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.C. Stam
- E.D.H. Nanninga
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing fosfaatrecht verhoging door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 22 oktober 2019 uitspraak gedaan in het beroep van een maatschap tegen de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De appellante had bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van haar fosfaatrecht op 2.735 kg, zoals vastgesteld op 12 januari 2018. De minister had het verzoek van appellante om verhoging van het fosfaatrecht afgewezen, wat leidde tot het indienen van beroep door appellante. Tijdens de zitting op 4 september 2019 heeft de gemachtigde van appellante, samen met haar maat, de argumenten toegelicht. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
Het College overwoog dat appellante niet had aangetoond dat zij een nieuw gestart bedrijf voerde, wat een voorwaarde is voor de verhoging van het fosfaatrecht. De appellante had de boerderij gekocht van een verkoper die eerder een melkveehouderij had, maar de melding die appellante deed op basis van het Activiteitenbesluit Milieubeheer was een verandermelding en geen oprichtingsmelding. Dit betekende dat zij gebruik maakte van de bestaande milieuvergunning en niet voldeed aan de voorwaarden voor de startersregeling. Het College concludeerde dat de appellante niet in staat was om het bewijs te leveren dat zij een nieuw gestart bedrijf voerde, en dat de minister de afwijzing van het verzoek om verhoging van het fosfaatrecht terecht had gedaan.
De uitspraak van het College was dat het beroep ongegrond werd verklaard, zonder dat er een proceskostenveroordeling werd opgelegd. De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. R.C. Stam, in aanwezigheid van griffier mr. E.D.H. Nanninga.