ECLI:NL:CBB:2019:290
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proces-verbaal
- R.C. Stam
- F. Willems
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen fosfaatrecht vastgesteld op basis van de Meststoffenwet
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 juni 2019 uitspraak gedaan in het beroep van een appellant tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het primaire besluit, genomen op 13 januari 2018, stelde het fosfaatrecht van de appellant vast op 292 kilogram. De appellant heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het bestreden besluit van 30 oktober 2018 verklaarde het bezwaar ongegrond. Hierop heeft de appellant beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 21 juni 2019 is de appellant verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde W.J.B. Aalders, terwijl de minister werd vertegenwoordigd door de gemachtigden mr. A.H. Spriensma-Heringa en mr. G. Meijerink. Na het sluiten van het onderzoek ter zitting heeft het College onmiddellijk uitspraak gedaan. Het College heeft het beroep ongegrond verklaard, waarbij het zich baseerde op de knelgevallenregeling van artikel 23, zesde lid, van de Meststoffenwet (Msw).
De appellant had verzocht om een hogere vaststelling van het aantal fosfaatrechten in verband met de verbouwing van een stal. Echter, het College heeft vastgesteld dat de stal niet was verbouwd op of voor 2 juli 2015, waardoor er geen recht op verhoging van het fosfaatrecht bestond. De uitspraak werd gedaan door mr. R.C. Stam, in aanwezigheid van griffier mr. F. Willems, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.