ECLI:NL:CBB:2019:250
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- M.M. Smorenburg
- W.C.E. Winfield
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep accountantstucht met betrekking tot wederhoor en rapportage
In deze zaak gaat het om hoger beroep van zowel de klager als de betrokken accountant tegen een uitspraak van de accountantskamer, waarin aan de accountant een maatregel van waarschuwing is opgelegd. De klager, [naam 1], heeft een klacht ingediend tegen de accountant, [naam 2], vanwege het niet (volledig) voldoen aan het beginsel van wederhoor. De accountantskamer heeft de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard, maar de hoger beroepen van beide partijen zijn ongegrond verklaard. De feiten van de zaak zijn als volgt: [naam 1] was werkzaam bij Nidera en is op staande voet ontslagen na een boekhoudkundig onderzoek door EY en een interne review. Nidera heeft [naam 2] van PwC ingeschakeld om onderzoek te doen naar onregelmatigheden. De accountantskamer heeft geoordeeld dat [naam 2] niet zorgvuldig heeft gehandeld in zijn rapportage en onvoldoende wederhoor heeft toegepast. In hoger beroep heeft [naam 1] betoogd dat de accountantskamer ten onrechte bepaalde klachtonderdelen ongegrond heeft verklaard, terwijl [naam 2] zich op het standpunt stelde dat hij zijn werkzaamheden zorgvuldig heeft uitgevoerd. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft de argumenten van beide partijen overwogen en geconcludeerd dat de accountantskamer op juiste gronden heeft geoordeeld. De maatregel van waarschuwing is passend geacht, gezien het feit dat de accountant onvoldoende recht heeft gedaan aan het beginsel van wederhoor. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 25 juni 2019.