ECLI:NL:CBB:2019:104
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.R. Winter
- T.L. Fernig-Rocour
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Weigering schadevergoeding op grond van de Plantenziektenwet na onterecht opgelegde maatregel tot vastlegging van rozenplanten
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 12 maart 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een rozenkwekerij en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De appellante had een verzoek ingediend om schadevergoeding op grond van artikel 4 van de Plantenziektenwet (Pzw) na een weigering van de minister om een tegemoetkoming te verlenen. De zaak begon met een melding van een mogelijke besmetting van rozenplanten met de bacterie Ralstonia solanacearum, waarna de NVWA maatregelen tot vastlegging van de planten oplegde. Achteraf bleek dat de planten niet besmet waren, maar de appellante had besloten om de planten niet te verzorgen, wat leidde tot schade. Het College oordeelde dat de schade voortkwam uit een ondernemersbeslissing en dat deze tot het normale bedrijfsrisico van de appellante behoorde. De weigering van de minister om schadevergoeding te verlenen werd als redelijk beschouwd, omdat de appellante zelf de beslissing had genomen om de planten niet te verzorgen en de maatregelen waren genomen op basis van een melding van een mogelijke besmetting. Het College concludeerde dat er geen causaal verband was tussen de opgelegde maatregel en de door appellante gestelde schade, en verklaarde het beroep ongegrond.