Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 februari 2018 in de zaak tussen
[naam 1] V.O.F., te [plaats] , appellante
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
In artikel 24, eerste lid, derde alinea, onder c, is uitdrukkelijk vermeld dat landbouwers die ooit over gehuurde toeslagrechten hebben beschikt van de betalingsregeling zijn uitgesloten. De veronderstelling dat appellante niet over de toeslagrechten heeft beschikt omdat deze na afloop van de huurperiode teruggeleverd moesten worden en de ontvangen betalingen aan de verhuurder moesten worden afgedragen, gaat uit van een onjuiste uitleg van het begrip “beschikken” in die bepaling. Het betoog van appellante ter zitting dat bij de teelt van graszoden een andere huur- en gebruiksconstructie wordt gehanteerd, kan – wat daarvan overigens ook zij – niet tot een ander oordeel leiden.