ECLI:NL:CBB:2018:554
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.M. Smorenburg
- A. El Markai
- Rechtspraak.nl
Herroeping van een besluit tot inschrijving in het handelsregister en de onderzoeksplicht van de Kamer van Koophandel
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 23 oktober 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Kamer van Koophandel en een appellante over de rechtmatigheid van een besluit tot inschrijving in het handelsregister. Het primaire besluit, genomen op 3 oktober 2017, betrof de inschrijving van de uittreding van een bestuurder, [naam 3], op basis van een opgave van [naam 2]. Na bezwaar van [naam 3] heeft de Kamer van Koophandel het primaire besluit herroepen op 27 december 2017, maar appellante heeft hiertegen beroep ingesteld.
De kern van het geschil draait om de vraag of de Kamer van Koophandel op goede gronden heeft gehandeld bij de inschrijving van de opgave. Appellante stelt dat de Kamer had moeten twijfelen aan de juistheid van de opgave, omdat in de statuten van de stichting is bepaald dat de eerste voorzitter niet door de overige bestuurders kan worden ontslagen. De Kamer van Koophandel heeft echter betoogd dat er ten tijde van de inschrijving geen reden was om aan de opgave te twijfelen, en dat de verantwoordelijkheid voor een juiste opgave bij de opgaveplichtige ligt.
Het College heeft geoordeeld dat de Kamer van Koophandel zich op goede gronden op het standpunt heeft gesteld dat er geen directe reden was om te twijfelen aan de opgave. De bijzondere statutaire bepaling was niet bekend bij de Kamer ten tijde van de inschrijving, en het College heeft bevestigd dat de onderzoeksplicht van de Kamer niet zo ver gaat dat zij zonder concrete aanwijzingen een diepgaand onderzoek naar de opgave moet verrichten. Het verzoek om schadevergoeding van appellante is afgewezen, omdat het primaire besluit niet onrechtmatig was. Het beroep van appellante is ongegrond verklaard.