ECLI:NL:CBB:2018:361
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit minister van Landbouw inzake GLB-inkomenssteun en subsidiabele percelen
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 17 juli 2018, betreft het een beroep van [naam 1] V.O.F. tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De zaak heeft betrekking op de toewijzing van betalingsrechten op grond van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB. Appellante had op 15 juni 2015 een aanvraag ingediend voor betalingsrechten voor 19 percelen met een totale oppervlakte van 38,41 ha. Na inspecties door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en een daaropvolgend besluit van de minister, waarin het aantal subsidiabele hectaren werd vastgesteld, heeft appellante beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van 6 maart 2017, waarin het bezwaar gedeeltelijk gegrond werd verklaard.
Tijdens de zitting op 3 mei 2018 heeft appellante haar bezwaren toegelicht, waarbij zij zich niet kon vinden in de vastgestelde subsidiabele oppervlakten van enkele percelen. Het College heeft overwogen dat de minister bij de vaststelling van de subsidiabele oppervlakte gebruik heeft gemaakt van luchtfoto's en dat de door de NVWA gemeten oppervlakten niet noodzakelijkerwijs gevolgd hoeven te worden. Het College heeft vastgesteld dat de methode van de minister om de geconstateerde oppervlakte vast te stellen niet onjuist is en dat de bezwaren van appellante niet slagen. Uiteindelijk heeft het College het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.