ECLI:NL:CBB:2018:329
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluiten inzake teruggave financiële discipline en verhoging waarde betalingsrechten in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 10 juli 2018 uitspraak gedaan in drie samenhangende beroepen van een appellant tegen besluiten van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De appellant had bezwaar gemaakt tegen de besluiten die betrekking hadden op de teruggave van financiële discipline over de jaren 2016 en 2017, alsook de verhoging van de waarde van de betalingsrechten voor het jaar 2016. De primaire besluiten waren genomen op 27 september 2016, 16 november 2016 en 12 september 2017, waarbij de minister de teruggave financiële discipline had vastgesteld op percentages van respectievelijk 1,44% en 1,37% van de rechtstreekse betalingen die de appellant had ontvangen.
De appellant voerde aan dat de besluiten prematuur waren, omdat er nog lopende procedures waren met betrekking tot de toewijzing van betalingsrechten. Het College overwoog dat de minister niet verplicht was om te wachten met het nemen van besluiten tot teruggave van de financiële discipline, ondanks de lopende rechtsmiddelen. Het College stelde vast dat de teruggave percentages niet in geschil waren en dat de besluiten tot teruggave en verhoging van de betalingsrechten op een zorgvuldige wijze waren genomen. De appellant had zijn stellingen niet voldoende onderbouwd, waardoor het College geen aanleiding zag om de besluiten te vernietigen.
Uiteindelijk verklaarde het College de beroepen ongegrond en bevestigde de bestreden besluiten van de minister. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige belangenafweging en de mogelijkheid voor de minister om besluiten te nemen, zelfs als er nog rechtsmiddelen lopen, zolang de wettelijke termijnen in acht worden genomen.