In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 19 juni 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appellant en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De appellant had beroep ingesteld tegen een besluit van de minister, waarbij hem kosten in rekening waren gebracht voor het afvoeren van zijn runderen op basis van een last onder bestuursdwang. In een eerdere tussenuitspraak van 7 maart 2018 had het College geoordeeld dat de minister onvoldoende had gemotiveerd waarom de kosten voor het afvoeren van de runderen als kosten voor bestuursdwang konden worden aangemerkt. De minister kreeg de gelegenheid om het gebrek te herstellen, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt.
Het College heeft vastgesteld dat het beroep van de appellant gegrond is, omdat de minister het gebrek niet heeft hersteld. Het bestreden besluit is vernietigd vanwege strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het College heeft besloten om zelf in de zaak te voorzien en het primaire besluit te herroepen. Er zijn geen proceskosten voor vergoeding in aanmerking gekomen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de minister is opgedragen het betaalde griffierecht aan de appellant te vergoeden.