1.1Het College gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden. Appellant houdt runderen op zijn bedrijf te [plaats] . Op 20 oktober 2014 en 24 oktober 2014 hebben toezichthouders van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) daar een controle uitgevoerd, waarbij zij overtredingen van de Wet dieren hebben vastgesteld. Naar aanleiding van de bij deze controle gedane constateringen heeft verweerder bij besluit van 20 november 2014 aan appellant een last onder bestuursdwang opgelegd. Tegen dit besluit heeft appellant geen rechtsmiddelen aangewend. Ingevolge deze last diende appellant een twaalftal maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de gezondheid en het welzijn van zijn runderen niet langer zouden worden benadeeld. Het ging om de volgende maatregelen:
“1. Zorg dat uw runderen over een toereikende hoeveelheid vers en schoon drinkwater kunnen beschikken. Dit water moet goed toegankelijk zijn voor uw runderen.
2. Voer uw runderen op een zodanige wijze dat deze geen onnodig lijden of schade aan uw dieren toebrengt en er geen gevaar voor verontreiniging van het voedsel is.
3. Consulteer een dierenarts over de magere conditie van uw rund met werknummer [… 2] . Voer het (eventuele) behandelplan, opgesteld door de dierenarts, uit.
4. Maak de voergang schoon en richt deze zo in dat bezoedeling van het voer door de dieren wordt uitgesloten.
5. Zorg dat uw runderen altijd over een schone en droge ligplek kunnen beschikken.
6. Huisvest de verschillende groepen runderen zodanig dat de mogelijke schadelijke gevolgen van rivaliteit tussen de dieren tot een minimum worden beperkt. Dit kunt u doen door bijvoorbeeld de jonge en oudere runderen en mannelijke en vrouwelijke runderen afzonderlijk te huisvesten.
7. Construeer en onderhoud behuizing en inrichting van de stal achter het woonhuis zodanig dat de aldaar gehuisveste dieren zich niet kunnen verwonden. U kunt er ook voor kiezen om in de betreffende stal geen dieren meer te huisvesten.
8. Zorg dat uw runderen worden verzorgd door personen die beschikken over de voor die verzorging nodige kennis en vaardigheden.
9. Zorg dat een dier dat ziek of gewond lijkt onmiddellijk op een passende wijze wordt verzorgd en zo nodig wordt afgezonderd. Wanneer de zorg geen verbetering in de toestand van het dier brengt, raadpleeg dan zo spoedig mogelijk een dierenarts en volg zijn behandelingsadvies op.
10. Verwijder of repareer alle scherpe en uitstekende delen, machines en bouwmaterialen zodanig dat deze geen verwondingen of beschadigingen bij uw dieren kunnen veroorzaken.
11. Geef in samenwerking met uw praktiserend dierenarts de diergeneeskundige begeleiding op uw bedrijf vorm en zorg voor een oplossing voor de matige voedingsconditie, de onderontwikkeling bij uw runderen, het hoge sterftecijfer en lage geboortecijfer onder uw dieren. Volg het gegeven advies op.
12. Geef in samenwerking met een bedrijfsdeskundige de begeleiding op uw bedrijf vorm voor een betere bedrijfsvoering. Volg het gegeven advies op.”