In deze zaak, behandeld door het College van Beroep voor het bedrijfsleven, zijn appellanten, vertegenwoordigd door hun gemachtigden, in beroep gegaan tegen besluiten van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De appellanten, die betrokken waren bij de V.O.F. [naam 3], hadden aanvragen ingediend voor toewijzing en uitbetaling van betalingsrechten voor het jaar 2015. De minister had deze aanvragen afgewezen, wat leidde tot een bestreden besluit. Appellanten hebben hiertegen beroep ingesteld, geregistreerd onder de zaaknummers 16/806 en 16/1271.
Tijdens de zitting op 22 januari 2018 is afgesproken dat de minister binnen acht weken na de zitting nieuwe besluiten zou nemen. Echter, de minister heeft niet binnen deze termijn gereageerd, wat aanleiding gaf tot verdere stappen van het College. Het College heeft vastgesteld dat de bestreden besluiten niet op een deugdelijke motivering berusten, en heeft de beroepen gegrond verklaard. De minister is opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak nieuwe besluiten te nemen, met een dwangsom van € 125,- per dag voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden.
Daarnaast is de minister veroordeeld in de proceskosten van de appellanten, die zijn vastgesteld op € 1.002,- voor appellanten onder 1 en € 501,- voor appellante onder 2. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 15 mei 2018.