Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 5 juni 2018 in de zaak tussen
[naam 1] en [naam 2] , te [plaats] , appellanten,
de Nederlandse Zorgautoriteit, verweerster
Procesverloop
Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen(VPH), te Amsterdam, (gemachtigde: mr. D.W.L.A. Schrijvershof) tegen het bestreden besluit.
[naam 3] en [naam 4] .
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit voor zover appellanten daarbij in hun bezwaar ten aanzien van het voor het jaar 2015 voor de prestaties in segment 2 gehandhaafde contractvereiste zijn ontvangen, alsmede ten aanzien van het voor het jaar 2017 gehandhaafde contractvereiste;
- verklaart het bezwaar van appellanten niet-ontvankelijk voor zover gericht tegen de tariefbeschikking 2015 en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het bestreden besluit;
- vernietigt de tariefbeschikking 2017 ten aanzien van het voor het jaar 2017 gehandhaafde contractvereiste voor de prestaties in segment 2;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van de vernietigde tariefbeschikking 2017 in stand blijven;
- draagt verweerster op het betaalde griffierecht van € 168,-- aan appellanten te vergoeden.
mr. J.L. Verbeek, in aanwezigheid van mr. J.M.M. Bancken, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 5 juni 2018.