ECLI:NL:CBB:2018:230
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.L. van der Beek
- T. Pavićević
- E.J. Daalder
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van betalingsrechten in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en de subsidiabiliteit van landbouwgrond
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 29 mei 2018, betreft het geschil de toewijzing van betalingsrechten aan appellante, een maatschap, door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Appellante had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de minister waarin 69,04 betalingsrechten werden toegewezen, en later werd dit herzien naar 69,53 betalingsrechten. Appellante stelde dat de percelen die zij had opgegeven in de Gecombineerde opgave 2015, niet als subsidiabele landbouwgrond werden erkend, wat leidde tot het beroep.
De minister had in het bestreden besluit aangegeven dat de percelen niet konden worden aangemerkt als subsidiabele landbouwgrond, omdat deze niet gedurende het gehele jaar 2015 als zodanig waren gebruikt. Appellante voerde aan dat zij de percelen sinds oktober 2014 in beheer had en deze voorbereidde voor landbouwkundig gebruik. Het College oordeelde dat de minister terecht had vastgesteld dat de percelen in 2015 niet voldeden aan de definitie van subsidiabele hectare, omdat de activiteiten van appellante gericht waren op het geschikt maken van de percelen voor landbouwkundig gebruik, en niet op het daadwerkelijk gebruik ervan als landbouwgrond.
Het College concludeerde dat het beroep ongegrond was, en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, en de beslissing werd openbaar uitgesproken op 29 mei 2018.