Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
[naam 1] , te [plaats 1] , appellant
tegen de uitspraak van de accountantskamer van 9 december 2016, gegeven op een klacht, door appellant ingediend tegen
[naam 2] (betrokkene)
Procesverloop in hoger beroep
9 december 2016, met nummer 16/1226 Wtra AK (www.tuchtrecht.nl, ECLI:NL:TACAKN:2016:115).
Betrokkene heeft een schriftelijke reactie op het hogerberoepschrift gegeven.
Grondslag van het geschil
– onder verantwoordelijkheid van betrokkene, die daarbij werd bijgestaan door medewerker
[naam 5] ( [naam 5] ) – voor appellant en zijn echtgenote, [naam 6] ( [naam 6] ), die samen een landbouwbedrijf hadden, onder meer de jaarrekeningen (tot en met boekjaar 2009) en een opstelling van de jaarlijkse verrekeningen tussen de echtgenoten in verband met de tussen hen geldende huwelijkse voorwaarden. Op 30 mei 2013 heeft [naam 6] zich weer bij [naam 5] gemeld, met de mededeling dat zij in scheiding lag en met de vraag haar bij de aangifte inkomstenbelasting te ondersteunen, welke opdracht [naam 3] heeft aanvaard. Op verzoek van [naam 6] woonde [naam 5] op 18 juli 2013 een bespreking bij tussen haar en appellant, bijgestaan door hun beider advocaten. Bij die gelegenheid is [naam 5] gevraagd een opstelling te maken van het vermogen van de echtelieden per 31 december 2012. Deze berekening (bijlage 9 bij het klaagschrift) heeft hij op 10 december 2013 aan de advocaten van appellant en [naam 6] gezonden. [naam 5] heeft desgevraagd tevens een berekening gemaakt van de verrekeningen in verband met de huwelijkse voorwaarden over de jaren 2009-2012. Deze berekening (bijlage 10 bij het klaagschrift) heeft hij op 13 september 2013 aan de advocaten toegezonden. De beide berekeningen zijn op 22 november 2013 in aanwezigheid van (onder anderen) [naam 5] , appellant, [naam 6] en hun advocaten besproken.
Uitspraak van de accountantskamer
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
Beslissing
mr. F. van der Wel, in aanwezigheid van mr. C.G.M. van Ede, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 februari 2018.
uitspraak te ondertekenen