Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 22 mei 2018 in de zaak tussen
Dental Society Lab B.V., vertegenwoordigd door J.N. Bartels, te Amsterdam, appellante
de Nederlandse Zorgautoriteit, verweerster,
Procesverloop
Overwegingen
11 september 2017 het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk verklaard, omdat ook appellante niet aangemerkt kan worden als een rechtstreekse concurrente van de tandartsen [naam 2] en [naam 3] tegen wie de van verweerster gevraagde handhavingsactiviteit zich zou dienen te richten. Verweerster heeft daarbij aangegeven, dat zij appellante ziet als een distributeur van doorzichtige beugels. Zij levert dergelijke beugels aan zorgaanbieders, maar heeft zelf geen zorgaanbieders in dienst en levert dus niet rechtstreeks aan de patiënt. Gelet daarop kan appellante volgens verweerster niet als belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Awb bij de hier aan de orde zijnde besluitvorming beschouwd worden.
Aangezien eerst met de ter uitvoering van de tussenuitspraak gegeven nadere motivering als bedoeld in rechtsoverweging 2 het gebrek in dit besluit is hersteld en een voldoende grondslag is verkregen voor dat besluit, ziet het College aanleiding dit besluit te vernietigen en te bepalen dat de rechtsgevolgen van dit besluit in stand blijven.
Beslissing
mr. L.F. Wiggers-Rust, in aanwezigheid van mr. A. El Markai, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 22 mei 2018.