ECLI:NL:CBB:2018:152
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen beslissing minister inzake GLB-vergroeningsbetaling en ecologisch aandachtsgebied
In deze zaak heeft de Maatschap [naam 1] en [naam 2] beroep ingesteld tegen de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de vaststelling van de basis- en vergroeningsbetaling voor 2016. De minister had bij besluit van 10 maart 2017 het bedrag vastgesteld op € 5.121,51, waarbij slechts 7,90 ha van de 15,77 ha bouwland in aanmerking werd genomen. Dit was het gevolg van het niet realiseren van het vereiste ecologisch aandachtsgebied. De appellante stelde dat zij een zadenmengsel had gebruikt dat voldeed aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregeling, maar de minister oordeelde dat het gebruikte mengsel niet voldeed aan de eisen, omdat het ook zonnebloemen bevatte, die niet op de lijst van toegestane vanggewassen stonden.
Tijdens de zitting op 28 februari 2018 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De appellante voerde aan dat de combinatie van vanggewassen die zij had ingezaaid voldeed aan de regelgeving, maar het College oordeelde dat uitsluitend zadenmengsels van vanggewassen die op de generieke lijst zijn opgenomen, gebruikt mogen worden. Het College concludeerde dat de appellante niet voldeed aan de vergroeningsvoorwaarden en dat de minister terecht een korting op de vergroeningsbetaling had toegepast.
De uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 11 april 2018 verklaarde het beroep ongegrond, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de rechters in aanwezigheid van de griffier.