Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 september 2017 in de zaak tussen
[naam 1], te [plaats 1] ,
[naam 2], te [plaats 1] ,
[naam 3], te [plaats 2] , tezamen appellanten, stellende mede te handelen namens [naam 4]
de Kamer van Koophandel, verweerster
Procesverloop
Overwegingen
€ 990,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 495,- en een wegingsfactor 1). Ten aanzien van de gevorderde vergoeding van de tolkkosten overweegt het College dat op grond van artikel 1, onder b, van het Bpb de kosten voor een tolk voor vergoeding in aanmerking komen. Op grond van artikel 2, eerste lid, onder b, van het Bpb wordt een vergoeding vastgesteld met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij en krachtens de Wet tarieven in strafzaken. Op grond van artikel 4, tweede lid, aanhef en onder c, van het Besluit tarieven in strafzaken bedraagt het tarief voor tolken in veelbeheerste niet-Europese talen € 48,60 per uur. Het College kent appellanten een tolkkostenvergoeding toe van € 48,60 (1 uur x € 48,60) voor de bijstand door een tolk ( [naam 7] ) ter zitting. Voor zover appellanten een hoger bedrag aan vergoeding voor bijstand door een tolk hebben verzocht, komt dit niet voor toewijzing in aanmerking, mede omdat een onderbouwing en specificatie hiertoe ontbreekt. Met betrekking tot de gevorderde vergoeding van de vertaalkosten overweegt het College dat deze kosten niet vallen onder de in artikel 1 van het Bpb limitatief opgesomde proceshandelingen, zodat deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen.
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit I gegrond;
- vernietigt dit besluit;
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit II ongegrond;
- draagt verweerster op het betaalde griffierecht van € 334,- aan appellanten te vergoeden;
- veroordeelt verweerster in de proceskosten van appellanten tot een bedrag van