1.1Het College gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden. Appellant houdt runderen op zijn percelen te [plaats] . Op 11 december 2013 hebben toezichthouders van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) een controle uitgevoerd op de percelen van appellant, vastgelegd in het toezichtrapport met nummer 76642. De toezichthouders hebben voor zover van belang het volgende geconstateerd:
“Ik zag in weiland 2 dat er 16 runderen werden gehouden. Ik zag dat deze 16 runderen geen water tot hun beschikking hadden. Ik zag dat deze 16 runderen niet de beschikking hadden over een droge en schone ligplek.
Ik zag 5 weidepompen staan in weiland 2. Ik zag dat 2 weidepompen niet bruikbaar waren. Bij één weidepomp was de slang niet aangesloten de andere weipomp was helemaal weggezakt in de modder. Twee weidepompen konden geen water oppompen omdat de zuigkorf boven het waterniveau lag. Eén weidepomp lag met de zuigkorf in de modder en pompte vies en smerig water op verontreinigd met modder.
Ik zag dat het weiland 2 helemaal vertrapt was. Ik zag dat er geen gras meer aanwezig was. Het weiland leek wel op een stuk bouwland. Ik zag een platte kar staan maar er was geen kuilvoer aanwezig. Ik ben het weiland helemaal doorgelopen. Ik zag nergens een droge en schone ligplek. Ik kon mij moeilijk voortbewegen in dit weiland. Op diverse plaatsen, bij de platte kar, weidepompen en melkwagen kon ik helemaal niet komen. Ik zag daar de runderen wegzakken in de modder tot wel 30 centimeter.”
Toezichthoudend dierenarts [naam 4] heeft in de veterinaire verklaring van
16 december 2013 het volgende verklaard:
“Vraag 5 Is de gezondheid en/of het welzijn van de dieren naar uw mening benadeeld?
Antwoord:
Ja, de gezondheid omdat er klinische afwijking zichtbaar waren als vervulde en aangetaste huid. Daarnaast zijn er runderen met vuile natte klauwen.
(…)
In casu hebben 16 runderen geen toegang tot vers water en geen voer
(…)
In casu hebben de 16 runderen in weiland 2 geen droge en schone ligplaats.
(…)
In casu is er een slechte hygiëne. De vacht van 16 runderen is besmeurd met modder waardoor ze geen natuurlijk lik/poetsgedrag kunnen vertonen. Het gebrek aan voldoende, voor de diersoort passend voer en het ontbreken van drinkwater leidt tot chronische stress bij de dieren.
(…)
Conclusie: de dieren op dit bedrijf kregen niet de (minimale) zorg die zij redelijkerwijs behoeven. Deze zorg moet van een professionele dierhouder in alle redelijkheid wel verwacht worden. (…).
Vraag 6 Is gelet op de toestand waarin de dieren werden aangetroffen – naar uw mening sprake van het onthouden van de nodige verzorging van de dieren?
Antwoord:
Ja, (…)
In casu: 1. Geen drinkwater
2. geen kwalitatief/passend voer
3. vervuilde/onveilige huisvesting.
(…)
Vraag 8 Is er diergeneeskundige behandeling noodzakelijk en, zo ja, binnen welke termijn
Antwoord:
Nee
(…)
Vraag 9 Welke andere (niet diergeneeskundige) maatregelen dienen genomen te worden om het benadeelde welzijn van de dieren op te heffen?
(kan dierhouder dit zelf of is ander hulp noodzakelijk)
Antwoord:
De runderen opstallen, dit per direct. Dit is met behulp van bestuursdwang (inzet Agrarische bedrijfsverzorging tijdens de controle gebeurd. De runderen moeten te allen tijden over een droge en schone ligplaats en geschikt en voldoende voer en water kunnen beschikken.
Gezien het alsmaar achter de feiten aanlopen van de veehouder is het wenselijk dat de veehouder zich serieuze gedachten maakt over de toekomst en een plan van aanpak voor zijn bedrijf opstelt om uit deze vicieuze cirkel te komen en zo nodig externe hulp in te schakelen gedurende langere tijd om stappen vooruit te (kunnen) zetten.
Vraag 10 Acht u het noodzakelijk dat er dieren worden meegevoerd en opgeslagen in belang van de gezondheid/het welzijn van de dieren? Zo ja, toelichten.
Antwoord:
Ja, omdat gezien de historie de veehouder niet in staat is om de omissies duurzaam te verhelpen dan wel te voorkomen, waardoor de gezondheid en het welzijn van de dieren niet meer gewaarborgd is. Zonder interventie van Dienst Regelen zakt de verzorging van de dieren onder de (minimum) normen. Hieruit blijkt dat de dierhouder geen proactieve houding heeft
Dienst regelingen heeft daarom besloten de 16 runderen uit weiland 2 mee te nemen en op te slaan.
(…)
Conclusie:
Gezien de historie (structureel karakter, recidive) van soortgelijke overtredingen gedurende de laatste jaren, het gedrag van de veehouder (geen proactieve houding) en aangetroffen situatie ben ik vanuit mijn ervaring als veterinair deskundige van mening dat de veehouder niet beschikt over voldoende kennis/vaardigheden en vakbekwaamheid om voor de dieren te zorgen.
(…)”