In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven van 22 november 2017, met zaaknummers 15/914, 15/915 en 15/950, is de aanvraag tot ontheffing van de verplichting om een netbeheerder aan te wijzen door Desco C.V. afgewezen. De zaak betreft een besluit van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) van 20 oktober 2015, waarin ACM weigerde om aan Desco C.V. een ontheffing te verlenen op basis van artikel 15 van de Elektriciteitswet 1998. Desco C.V. en haar vennoten hebben beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij zij betoogden dat de ACM ten onrechte had geconcludeerd dat zij niet de eigenaar was van het net waarop de ontheffingsaanvraag betrekking had.
Het College heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat Desco C.V. niet voldoende heeft aangetoond dat zij de juridische eigendom van het gehele net heeft, inclusief de transformatoren en railverbindingen. Het College oordeelde dat de eigendomssituatie van het net niet door de geografische afbakening van de locatie kan worden veranderd en dat de beroepsgronden van Desco niet slagen. Het College verklaarde het beroep van Stedin met zaaknummer 15/950 niet-ontvankelijk, omdat Stedin niet als belanghebbende kon worden aangemerkt. De beroepen van Desco zijn ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het belang van het aantonen van eigendom in het kader van aanvragen voor ontheffingen onder de Elektriciteitswet 1998, en dat een ontheffing niet kan worden verleend aan een aanvrager die slechts eigenaar is van een gedeelte van het net. De beslissing is openbaar uitgesproken op 22 november 2017.