Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
[naam 1] AA, te [plaats] , appellant
(gemachtigde: mr. G. Kattenberg),
[naam 2]en
[naam 3]ingediend tegen appellant en [naam 4]
College van Beroep voor het bedrijfsleven
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 22 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de accountantskamer. De appellant, een accountant-administratieconsulent, had hoger beroep ingesteld tegen de maatregel van berisping die hem was opgelegd vanwege fouten in de samenstelling van de jaarrekeningen van zijn opdrachtgever, Cruise Events Holding B.V. en haar dochterondernemingen. De accountantskamer had geoordeeld dat de appellant niet had nagegaan welke omzet in welk jaar geboekt had moeten worden, wat leidde tot onjuiste cijfers in de jaarrekeningen 2012 en 2013. De appellant betoogde dat hij voldoende informatie had ontvangen van de leiding van Cruise Events om zijn werkzaamheden correct uit te voeren. Het College oordeelde echter dat de appellant onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat hij over de juiste informatie beschikte en dat hij had gehandeld in strijd met de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid. Het College vernietigde de maatregel van berisping en legde in plaats daarvan een waarschuwing op, omdat de materiële gevolgen van de fouten beperkt waren en de fouten in de jaarrekeningen 2014 waren hersteld. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid en het verifiëren van informatie bij het opstellen van financiële overzichten.