Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 november 2017 in de zaak tussen
[naam 1] , te [plaats] , appellante,
de staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
[naam 2] , inspecteur van de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID).
Overwegingen
24 augustus 2014 vier katten en op 26 augustus 2014 twee katten meegevoerd en opgeslagen, hetgeen is vastgelegd in processen-verbaal van meevoeren en opslaan.
14 augustus 2014 gevangen katten terecht op appellante is verhaald, aangezien deze katten zich in het huis en de achtertuin van appellante bevonden op het moment van het meevoeren, en zij blijkens de in de woning van appellante aangetroffen kranten, kattenbakken en voedselbakken ook de zorg voor deze katten had en aldus als houder van de katten kan worden aangemerkt.
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit, zoals gewijzigd bij bestreden besluit II, gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit voor zover daarbij is geweigerd de kosten voor de behandeling van het bezwaar te vergoeden;
- bepaalt dat de kosten van appellante voor de behandeling van het bezwaar ad € 990,- door verweerder worden vergoed, en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van het bestreden besluit;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten in beroep van appellante tot een bedrag van € 990,-;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 168,- aan appellante te vergoeden.