ECLI:NL:CBB:2017:334
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- S.C. Stuldreher
- W.E. Doolaard
- J.L. Verbeek
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen boete opgelegd door de staatssecretaris van Economische Zaken wegens overtreding van hygiënevoorschriften in slachterij
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de staatssecretaris van Economische Zaken tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die de boete van € 2.500,- opgelegd aan [naam 1] B.V. wegens vermeende overtredingen van hygiënevoorschriften in de slachterij, heeft vernietigd. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris niet voldoende had onderbouwd dat er sprake was van verontreiniging van het vlees, zoals vereist door de Verordening (EG) nr. 853/2004. De staatssecretaris had gesteld dat er haar op het karkas van een geslacht kalf was aangetroffen, wat volgens hem een overtreding van de hygiënevoorschriften impliceerde. De rechtbank concludeerde echter dat uit het boeterapport niet eenduidig kon worden afgeleid dat de hygiënevoorschriften waren overtreden, omdat er geen bewijs was dat de aangetroffen haar afkomstig was van een rund of dat er direct contact was geweest tussen de huid en het karkas.
In hoger beroep bevestigde het College van Beroep voor het bedrijfsleven de uitspraak van de rechtbank. Het College oordeelde dat de staatssecretaris ten onrechte had vastgesteld dat [naam 1] B.V. de hygiënevoorschriften had overtreden. Het College benadrukte dat de bewijslast bij de staatssecretaris lag en dat de enkele constatering van haar op het karkas niet voldoende was om te concluderen dat er sprake was van verontreiniging. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het hoger beroep van de staatssecretaris werd ongegrond verklaard.