Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 juli 2017 in de zaak tussen
maatschap [naam 1] en [naam 2] , te [plaats] , appellante
de staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
.
Overwegingen
Op 17 april 2013, stelde ik, [toezichthouder NVWA], ambtenaar van de Nederlandse Voedsel-en Warenautoriteit (NVWA), werkzaam binnen het Team landbouw Landelijk, op grond van artikel 114 lid 1 van de gezondheids- en welzijnswet voor dieren en artikel 1 lid 1 onder a van de regeling aanwijzing ambtenaren Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren aangewezen als toezichthouder, een onderzoek in op bovenstaand bedrijf.
Ik zag dat een schaap met I&R nummer 109988277178 kreupel was. Ik zag dat dit schaap lange uitgegroeide klauwen had.
Tijdens de controle heb ik [vertegenwoordiger van appellante] gevraagd of direct een praktiserend dierenarts wilde bellen voor het beoordelen van een aantal zieke schapen. Ik hoorde de [vertegenwoordiger van appellante) zeggen dat hij dat niet nodig vond en ook geen zaken wilde doen met [plaatselijke dierenarts]. [vertegenwoordiger van appellante]) gaf aan dat hij een vaste praktiserende dierenarts heeft uit [plaats van eigen dierenarts] (naar schatting 280 kilometer en 3.30 uur verwijderd van de veehouderij van [vertegenwoordiger van appellante].
stal 5aan de linker zijde, 17 schapen werden gehouden.
stal 9zag ik een schaap liggen. Ik zag dat er een flinke hoop mest achter het schaap lag. Ik zag dat het schaap geen water had. Ik zag dat het schaap met de kop tussen 2 hekken lag die in V-vorm tegen elkaar stonden. Ik zag toen dat een deel van de mest achter het schaap ingedroogd was. Ik zag dat [dierenarts NVWA] probeerde of het schaap nog kon staan. Ik zag dat toen [dierenarts NVWA] het schaap voorzichtig van de plaats trok dat het schaap de achterpoten krampachtig tegen het onderlichaam trok. Ik zag dat het schaap de achterpoten niet kon laten strekken. Ik zag dat onder het schaap een vuile hoop pus lag. Ik zag dat toen [dierenarts NVWA] het schaap had weggetrokken een natte ligplaats besmeurd met mest, urine en pus. Ik zag dat het uier van het schaap deels was verdwenen, mogelijk door de ontsteking en ik zag dat de huid aan de onderzijde stuk was. Ik zag een grote vuile wond rondom de plaats van het uier. Ik hoorde [dierenarts NVWA] zeggen dat het schaap zeer mager was en dat zij het gewicht schatte op maximaal 15 kilogram. Ik hoorde dat [dierenarts NVWA] het I&R nummer van het schaap oplas waarna ik het nummer heb genoteerd: 109988276896. Ik hoorde [dierenarts NVWA] zeggen dat het linker oog van het schaap was beschadigd en dat de cornea voor een groot deel wit was.
Stal 9Op woensdag 4 september 2013 omstreeks 12:30 uur zag ik dat er in stal 9 lammeren werden gehouden. (…)
Ik zag dat één van deze dieren een zeer zieke indruk maakte. Ik zag dat het dier erg mager was, een vervuilde vacht had en dat het zeer moeilijk in de benen kwam, Vervolgens zag ik, nadat [dierenarts NVWA] het dier had vastgepakt, een grote open wond zo groot als een 2 euro muntstuk. Ik zag dat het kniegewricht dor deze opening zichtbaar was. Ik hoorde [dierenarts NVWA] zeggen dat dit een zeer ernstige wond was. Ik hoorde [dierenarts NVWA] aan [vertegenwoordiger 2 van appellante] vragen of het dier was behandeld. Ik hoorde [vertegenwoordiger 2 van appellante] zeggen dat het dier op 20 augustus 2013 was behandeld door de praktiserend dierenarts uit [plaats eigen dierenarts] en dat daarna geen dierenarts bij dit dier was geweest.
(…)
Het lam dat werd gehouden is niet onmiddellijk op een passende wijze verzorgd en niet afgezonderd in een passend onderkomen ondergebracht. (…)”