ECLI:NL:CBB:2017:12
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening bedrijfstoeslag 2012 en subsidiabele landbouwgrond in dynamisch natuurgebied
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 17 januari 2017, betreft het een geschil over de herziening van de bedrijfstoeslag voor het jaar 2012. Appellant, een agrariër, had veertien percelen landbouwgrond opgegeven met een totale oppervlakte van 46,89 hectare. De staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder, heeft bij besluit van 10 september 2015 de bedrijfstoeslag opnieuw vastgesteld en daarbij 2,91 hectare afgekeurd, wat leidde tot een verlaging van de toeslag van € 13.737,29 naar € 11.115,70. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 4 februari 2016.
Tijdens de zitting op 6 december 2016 heeft appellant betoogd dat de subsidiabele oppervlakte van de percelen voor een langere periode vastgesteld zou moeten worden, maar het College oordeelt dat dit niet mogelijk is vanwege de jaarlijkse wijziging van omstandigheden. Appellant heeft ook aangevoerd dat verweerder zich ten onrechte op winterfoto’s heeft gebaseerd voor de beoordeling van de percelen, maar het College concludeert dat de luchtfoto’s uit de zomer van 2012 voldoende duidelijk zijn om de subsidiabele oppervlakte vast te stellen.
Het College heeft verder overwogen dat de afgekeurde delen van de percelen, waaronder greppels en struikgewas, niet als subsidiabele landbouwgrond kunnen worden aangemerkt. De beoordeling van de percelen is gedaan aan de hand van luchtfoto’s, waarbij is gekeken naar de zichtbare grenzen tussen subsidiabele en niet-subsidiabele elementen. Uiteindelijk heeft het College geoordeeld dat de staatssecretaris de subsidiabele oppervlakte correct heeft vastgesteld en dat het beroep van appellant ongegrond is verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.