Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 maart 2016 in de zaak tussen
[naam 1] en [naam 2] , te [plaats] , appellanten
de staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
€ 437,-.
Overwegingen
5 juni 2014 (ECLI:EU:C:2014:1126), hebben appellanten al hun toeslagrechten kunnen verzilveren en worden zij aldus niet aangetast in hun recht op bedrijfstoeslag. Voor het ‘indikken van toeslagrechten’ bestaat in zoverre geen grond. Voorts heeft verweerder buiten de hier verder niet ter discussie staande modulatiekorting bij het bestreden besluit geen korting toegepast. Het betoog van appellanten berust in zoverre op een onjuiste lezing van het bestreden besluit II.
Beslissing
- verklaart niet-ontvankelijk het beroep voor zover gericht tegen het gedeelte van het bestreden besluit I dat betrekking heeft op de voorschotbetaling bedrijfstoeslag voor 2009;
- verklaart ongegrond het beroep voor zover gericht tegen het gedeelte van het bestreden besluit I dat betrekking heeft op de proceskosten in bezwaar;
- verklaart ongegrond het beroep voor zover gericht tegen het bestreden besluit II;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 298,- aan appellanten te vergoeden;
€ 496,-.