ECLI:NL:CBB:2016:371

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
17 november 2016
Publicatiedatum
30 november 2016
Zaaknummer
15/323
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Korting op bedrijfstoeslag 2011 wegens onjuiste oppervlakteopgave

In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 17 november 2016 uitspraak gedaan in het geschil tussen een appellant en de staatssecretaris van Economische Zaken. De appellant had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de staatssecretaris, waarbij een korting van 3% was toegepast op de bedrijfstoeslag voor 2011. Deze korting was het gevolg van een vermeende onjuiste opgave van de oppervlakte van een perceel in de Gecombineerde opgave. De staatssecretaris stelde vast dat de appellant 1,26 hectare teveel had opgegeven, omdat er op het perceel een weg was aangelegd, waardoor het teeltbare oppervlakte was afgenomen. De luchtfoto van 20 april 2011 werd als bewijsstuk gebruikt om deze claim te onderbouwen.

De appellant betwistte de korting en voerde aan dat hij de opgave oprecht had ingevuld. Hij stelde dat de oppervlakte van het perceel 2,70 hectare was, maar dat het teeltbare oppervlakte door de aanleg van een betonnen plaat was verminderd. De appellant betoogde dat de weg pas in het najaar van 2011 was aangelegd en dat hij hier geen rekening mee hoefde te houden bij het indienen van de opgave in mei 2011. Hij verwees naar luchtfoto's van de jaren 2010, 2011 en 2012 ter ondersteuning van zijn standpunt.

Het College oordeelde dat de luchtfoto van 2011 inderdaad een weg toonde en dat de appellant rekening had moeten houden met deze wijziging bij zijn opgave. Het College verwierp de argumenten van de appellant en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door mr. R.W.L. Koopmans, met mr. M.B. van Zantvoort als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 17 november 2016.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 15/323
5101

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 november 2016 in de zaak tussen

[naam] , te [plaats] , appellant

(gemachtigde: mr. E.T. Stevens),
en

de staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder

(gemachtigde: mr. M.A.G. van Leeuwen).

Procesverloop

Bij besluit van 20 december 2015 (het primaire besluit) heeft verweerder
een korting van 3% toegepast op de bedrijfstoeslag voor 2011.
Bij besluit van 30 maart 2015 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van appellant ongegrond verklaard.
Appellant heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 september 2016. Appellant is niet verschenen. Verweerder/ster heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, bijgestaan door ing. A. Aalders.

Overwegingen

1. Verweerder heeft een korting van 3% toegepast op de bedrijfstoeslag 2011, omdat appellant in de Gecombineerde opgave 1,26 hectare teveel heeft opgegeven bij perceel 2. Verweerder heeft geconstateerd dat op dit perceel in 2011 een weg (verkeerslus) is aangelegd, waardoor het beteelbare oppervlakte is afgenomen naar 1,14 hectare, maar dat appellant dit niet heeft opgegeven. Verweerder baseert zich op de luchtfoto 2011, waaruit volgens hem blijkt dat op perceel 2 de weg al was aangelegd op het moment van indiening van de gecombineerde opgave in mei 2011. Verweerder stelt dat de luchtfoto is gemaakt op 20 april 2011 en heeft ter bevestiging daarvan een e-mail overgelegd van DR Assen Mutatietraject percelen. Verweerder stelt dat de vluchtdata zijn vastgelegd bij de afdeling perceelsregistratie.
2. Appellant voert aan dat hij de gecombineerde opgave in 2011 oprecht en eerlijk heeft ingevuld. Appellante stelt dat de oppervlakte van perceel 2 2,70 hectare is, maar dat het beteelbare oppervlakte kleiner was geworden door aanleg van een betonnen plaat ter hoogte van te beschermen ondergrondse leidingen. Op het moment van indiening van de Gecombineerde opgave in mei 2011 was er nog geen weg aangelegd en was het beteelbare oppervlakte 2,40 hectare, zoals hij heeft opgegeven. Ter onderbouwing van zijn standpunt verwijst appellant naar de luchtfoto’s 2010, 2011 en 2012. Appellant betwijfelt of de luchtfoto 2011 wel is gemaakt op 20 april 2011, omdat op de foto zelf geen datum is vermeld. Appellant stelt dat de weg pas is aangelegd in het najaar van 2011, zodat hij daarmee bij het invullen van de gecombineerde opgave in mei 2011 nog geen rekening hoefde te houden. Dat de weg pas in het najaar 2011 is aangelegd is volgens hem ook af te leiden uit zijn constatering dat de weg er nog niet was tijdens de oogst in 2011 van perceel 2.
3. Het College stelt vast dat op de luchtfoto 2011 op perceel 2 een weg in de vorm van een verkeerslus zichtbaar is. Het College gaat er van uit dat deze luchtfoto is gemaakt op 20 april 2011, zoals verweerder heeft gesteld. Hoewel appellant de datum waarop deze foto is gemaakt in twijfel trekt, geeft dat wat hij heeft aangevoerd het College geen reden om niet aan te nemen dat de luchtfoto is gemaakt op 20 april 2011. Ter zitting is door verweerder toegelicht dat de datum waarop de foto is gemaakt, vastgesteld wordt aan de hand van de datum waarop de strook is gemaakt waar de foto deel van uitmaakt. En dat was 20 april 2011. Voor het College is dan ook voldoende aannemelijk dat er voor de aanvraag 2011 een verkeerslus is aangelegd op perceel 2. Appellant had met deze wijziging van perceel 2 rekening moeten houden op het moment van indienen van de Gecombineerde opgave 2011. De beroepsgrond slaagt niet.
4. Het beroep is ongegrond.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.W.L. Koopmans, in aanwezigheid van mr. M.B. van Zantvoort, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 november 2016.
w.g. R.W.L. Koopmans w.g. M.B. van Zantvoort